Afgelopen week gooide Henk Krol, hoofdredacteur van de Gaykrant, de knuppel in het hoederhok door te stellen dat de politieke strijd voor gelijke rechten voor homo’s lesbiennes wel zo’n beetje gestreden is (zie zijn blog: www.henkkrol.nl). De opstelling van het burgelijk huwelijk voor paren van het gelijke geslacht is daarvan maar een van de voorbeelden. De inzet van de belangenverenigingen zoals het COC zou zich nu meer moeten gaan richten op het laten doordringen van deze gelijkstelling in de hele samenleving.
Een lastige boodschap voor het COC bleek wel uit de reactie van voorzitter Vera Bergkamp die zelfde dag bij Pauw en Witteman. Er zijn volgens haar nog genoeg zaken die in Den Haag moeten worden geregeld.
Ik ben het wel met Henk Krol eens. Qua wetgeving zijn “we” er wel. Het is nu tijd om te zien of we in de emancipatie slag op wettelijk niveau wel genoeg gelet hebben op de rest van de samenleving. Daar is volgens mij nog een grote stap te zetten. Zolang ouderen weer terug de kast in moeten omdat in hun verzorgingstehuis geen tolerante sfeer heerst onder bewoners en personeel, als op sportverenigingen mensen niet voor hun geaardheid durven uit te komen en als op scholen personeel en leerlingen bang zijn om zichzelf te kunnen zijn dan ligt daar de uitdaging voor de komende jaren.
Tolerantie kan niet worden afgedwongen met regels maar komt voort uit begrip, kennis van zaken en de allerdaagse zaken waaruit iedereen kan zien dat homo’s niet “eng” of “anders” zijn.
Waarbij in de politieke lobby het een organisatie als het COC haar werk goed doet en eerder genoemde wettelijke emancipatie heeft kunnen bewerkstelligen, ligt de bal bij de emancipatie van de samenleving bij de homo’s lesbiennes transgenders en bi’s zelf. De boodschap “Het zijn net mensen” (vrij naar Luijendijk) zullen wij duidelijk moeten maken.
Maar zijn wij daar wel toe bereid?
Goed, veel homo’s zijn uit de kast voor familie en vrienden, al wat minder op de werkvloer en een heel stuk minder van ons nemen stelling over homosexualiteit in de openbare ruimte. Wellicht een goed voorbeeld is Facebook, tegenwoordig toch de meest betreden openbare ruimte. Via Facebook krijg ik bijvoorbeeld via de organisatie All Out. Deze organisatie monitort wereldwijd politieke plannen om de rechten van homo’s te beperken en roept vervolgens op om actie te ondernemen. Het werkt. Wetgeving om homosexualiteit strafbaar te stellen in diverse Afrikaanse landen is ingetrokken, discriminerende wetgeving in Rusland en Oost-Europa is niet ingevoerd, mede door een massale ondertekening van de AllOut petitie. Meedoen is simpel. Onderteken de petitie en tell your friends.
Wat mij opvalt als ik de petitie inderdaad gedeeld heb via facebook en twitter dat ik hierop bijna geen respons krijg… En de reacties en likes die er komen zijn vaak alleen van hetero’s. Afgezien van het feit dat de strijd om gelijke rechten een zaak is die sexualiteit overstijgt verbaasd mij de passieve houding van de homo’s in mijn online bereik.
Waar een post “soep maken, bier koud zetten” een massale reactiestroom op Facebook te weeg brengt kan een verhaal over weigerambtenaren of mensenrechten maar blijkbaar weinig bekoren.
Ik wil ervan uitgaan dat reacties (of het gebrek ervan) op Facebook geen graadmeter zijn voor betrokkenheid en inzet want als wij het zelf niet meer belangrijk vinden wie gaat dan zorgen dat we over 40 jaar niet terug de kast in moeten?