Waterdragers tussen Lijstduwers en Lijsttrekkers
Gisteren stond ik in een artikel het NRC. Niet met het behalen van de Nobelprijs, miljoenentransfer naar een Engelse voetbalclub of als extra Zomergast maar in een artikel over de nummers 41 op de verschillende lijsten voor de Tweede Kamerverkiezingen. Leuke insteek van het NRC:
“Met deze mensen kun je een land besturen, denk je na een rondje bellen. Ze zijn dienstbaar, betrokken én bescheiden: de nummer 41’s op de kandidatenlijsten. Meestal komen alleen de eerste twintig van de lijsten van de politieke partijen aan het woord. En de allerlaatsten. Maar wat zit daar tussen, in de onverkiesbare grijze zone tussen Kamerlid en lijstduwer? Deze mensen staan wel te flyeren op de markt in Deventer, maar komen zelden in de krant.”
Een mooie gelegenheid om op basis van het artikel nog eens in te gaan op de vraag waarom ik mij kandideerde voor de lijst van D66 om als Tweede Kamer lid aan de slag te gaan.
Generatiekloof?
Al ver voordat ik 10 jaar geleden lid werd van D66 raakte ik regelmatig met mijn opa in verhitte gesprekken terecht over de rol van de overheid. Als ondernemer met een schoenenzaak zat hij eerst op de Libertarische lijn; de overheid moest vooral de ondernemers niets in de weg leggen en iedereen die niet wilde werken een schop onder het achterwerk geven. Of het genuanceerd was weet ik niet meer maar ik ging daar in ieder geval tegenin. De overheid had wel degelijk een verdere rol om de samenleving geordend te houden. Met het oversteken van de pensioenleeftijd werden de rollen omgedraaid. Hij, nu meer afhankelijk van AOW en AWBZ, kreeg meer oog voor de mensen om hem heen die het moeilijk hadden en ik gaf daaraan tegenwicht vanuit de “betaalbaarheid van de zorg en AOW” hoek. Tegenwoordig een disbalans tussen ouderen en jongeren? Een goed debat helpt!
10 jaar D66
In mijn studietijd in Leiden waar ik fiscaal-recht studeerde ging ik door met het opzoeken van het debat over de vraag: Hoe kunnen we van Nederland een betere samenleving maken? Door steeds met anderen in debat te gaan werd het al snel duidelijk; zoveel mensen zoveel meningen. In die tijd besloot ik lid te worden van D66, na de jaren ’90 met 7 zetels weer een kleine partij. Het was de filosofie achter de partij die mij aanspraken. Deze partij staat open voor ideeën en is niet bang om te veranderen.
Fiscalist en meer
Na de studie verhuisde ik naar Den Haag, werkte eerst 6 jaar als Internationaal fiscaal-jurist in Rotterdam en nu bijna 2 jaar bij een Trust Company in Amsterdam. Na de eerste jaren lange dagen werken miste ik het politieke debat weer, het idee om bij te kunnen dragen aan het veranderen van de stad en de samenleving. Op dat moment startte de voorbereiding voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2010. Ik schreef mee aan de financiële paragraaf van het Haagse D66 programma en, de crisis liet zich , de bezuinigingsplannen. Om kennis te maken met het werk als raadslid werd ik ook aangemoedigd om mijzelf kandidaat te stellen. Een mooie plek 13 was het resultaat en meedraaiend in de debatten carrousel raakte ik ervan overtuigd dat volksvertegenwoordiger een prachtige functie moet zijn.
Na de verkiezingen waarin D66 een fantastische sprong maakte van 2 naar 6 raadsleden konden we met 2 wethouders aan de slag om de speerpunten, Onderwijs, Participatie en Duurzaamheid vorm te geven. Uiteraard wilde ik mijn steentje blijven bijdragen en toen het afdelingsbestuur deels wisselde trad ik toe als bestuurslid campagne. Na het leiden van twee volgende campagnes werd ik gekozen tot voorzitter van de bloeiende Haagse afdeling.
Ondertussen werkte ik natuurlijk gewoon door en raakte door veel wijzigingen in de belastingwetgeving die de nodige onrust veroorzaakte bij buitenlandse investeerders nauwer in contact met de wetgeving vanuit de Tweede Kamer en de debatten die over dat onderwerp gevoerd werden. Ondanks dat D66 met Wouter Koolmees en Kees Verhoeven op financieel en economisch gebied richting daadkrachtig geven aan de debatten op die onderwerpen dacht (en denk!) ik met mijn fiscaal juridische kennis hetzelfde te kunnen bereiken op het gebied van belastingen. Waarom ik dat belangrijk acht? Om de broodnodige hervormingen die D66 voorstaat te kunnen doorvoeren zullen bijna altijd belastingen een belangrijke rol spelen.
Niet voor niets spreken we graag over het vergroenen van het belastingstelsel om Nederland de crisis uit te lozen!
Na diverse gesprekken kreeg ik de plaats 41 toegewezen, de leden bevestigden het voorstel van de partij en daarom ben ik trots op 12 september terug te vinden ben op dat nummer op de D66 lijst. Trots, maar natuurlijk ook licht teleurgesteld. Uiteraard had ik hoger willen staan maar nadat we samen met alle kandidaten de toer langs de zaaltjes in het land hebben gemaakt heeft die teleurstelling ruimschoots plaats gemaakt voor het geweldige gevoel deel uit te maken van een kundige en enthousiaste groep kandidaten!
Na september
In het NRC artikel staat dat ik sta te popelen om in 2014 de gemeenteraad in te gaan. Uiteraard klopt het dat ik mijn gevoel voor Den Haag niet ben kwijtgeraakt door mijn kandidatuur voor de Tweede Kamer. Sterker nog, nu de campagne daarvoor weer wordt uitgerold en ik weer in alle delen van Den Haag kom heb ik er nog meer zin in om in 2014 mee te werken in een grotere D66 fractie om verder te gaan met het verbeteren van de scholen in Den Haag, de inspraak voor burgers en het duurzamer maken van de stad.
Tot die tijd is er echter nog genoeg te doen als voorzitter van de afdeling, als D66’er en gewoon als betrokken Hagenaar, Nederlander en Europeaan. Er zijn genoeg initiatieven om ook buiten het Binnenhof of het Spui om een steentje bij te dragen aan mijn eigen stad!
Ik sta met trots en ambitie op de lijst voor D66. Met veel zin ben ik tot 12 september naast mijn baan op campagnepad (water dragen…) om mensen de keuzes van D66 uit te leggen. Na 12 september ga ik daar weer graag mee door. Een echte democratie vraagt immers meer van burgers dan af en toe een stemhokje in te duiken!