Tussen hondenpoep en parkeerproblemen

Onlangs kreeg ik de uitnodiging in de bus voor de vergadering van de wijkvereniging van mijn eigen wijk, de Notenbuurt. Een agenda met aardig wat punten zoals nieuwbouwplannen, veiligheid, parkeerproblemen en het einde van de krakersoverlast.

Een mooi moment om van de vertegenwoordigende politiek op het Binnenhof en het Spui terug te keren naar de bakermat van de directe democratie, dit keer op wijkniveau.

Aangezien iedereen bovengenoemde agendapunten waarschijnlijk ook wel herkent uit eigen wijk of buurt zal ik de geanimeerde discussies over hondenuitlaatstroken, parkeerplaatsen en geluidsoverlast hier niet beschrijven.

Mij vielen echter wel enkele zaken op die volgens mij aan de basis liggen van het huidige wantrouwen in [lokale] politiek.

Allereerst waren uit de hele wijk slechts een kleine twintigtal bewoners op de bewuste zaterdagmiddag naar het wijkcentrum gekomen. Dat mag wellicht niet verbazen, getuige opkomstpercentages bij verkiezingen, het zegt natuurlijk wel iets over de bereidwilligheid gezamenlijk de eigen leefomgeving te willen verbeteren. Daarmee wil ik overigens de aanwezigen, waaronder natuurlijk de voorzitter en wijkagent zeker niet te kort doen. Uit de bijdragen bleek juist een grote betrokkenheid bij de wijk. Het elkaar vinden in een compromis dan wel het inzien van een andere belangenafwezig bleek voer te zijn voor bijzondere discussies.

Die houding komt misschien wel voort uit het feit dat de aanwezige bewoners [en dus waarschijnlijk ook van de thuisblijvers] veel verwachten van de gemeente. De gemeente als DE instantie die alle problemen van de wijk kan en moet oplossen. Exemplarisch was het relaas van de straatgenote die klaagde dat de gemeente weliswaar in de herfst de bladeren op de stoep kwam wegblazen maar dat daarbij wel wat bladeren in haar portiek terecht kwamen. Wie-of-zij kon bellen om dit op te ruimen… Mijn suggestie, pak voor die laatste blaadjes zelf even de blik en veger.

Er heerste ondanks de hoge verwachtingen ook een groot wantrouwen richting de gemeente. Bijna een logisch gevolg zou ik denken. Als de verwachtingen niet kunnen worden waargemaakt dan verdwijnt het vertrouwen al gauw.

Uiteraard baseren mijn wijkgenoten hun verwachtingen niet alleen op eigen inzicht. In de loop van tientallen jaren heeft de gemeente ook vaak de indruk willen wekken alles wat zich in het openbaar afspeelt te willen regelen en beheren. Een niet houdbare belofte is inmiddels wel duidelijk. Maar gevoed door landelijke verkiezingscampagnes waarin in de race op de peilingen wederom vele onhaalbare beloftes werden gemaakt brokkelde weer een stukje vertrouwen af.

“Under promise over deliver” zou het nieuwe credo moeten zijn voor de gemeente. Ruimte laten aan initiatieven vanuit de buurt, wijk of enig ander verband van betrokken Hagenaars en vooral niet de indruk wekken dat de gemeente verantwoordelijk is voor ieder probleem en daarmee dat de gemeente het ook moet oplossen.

De uitdaging die daarmee bij de wijk komt te liggen is om met eigen plannen te komen die de buurt veiliger, leefbaarder en gezelliger maken. Daarvoor zijn meer mensen nodig dan slechts 20 man op een zaterdagmiddag, een oproep dus aan iedere Hagenaar om eens na te denken hoe je eigen straat te verbeteren.

Eén reactie

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.