Op dit moment wordt er in de Haagse binnenstad druk gebouwd. De Grote Markt straat krijgt een grote metamorfose met de bouw van de Nieuwe Haagse Passage, De Amadeus en De Markies. Daarnaast krijgt de straat zelf nog een flinke opknapbeurt zodat in 2014 de Grote Marktstraat het paradepaardje van Den Haag is.
Zelf word ik wel enthousiast van deze veranderingen. Deze projecten zorgen voor nieuwe mogelijkheden voor bedrijven en inwoners. Dat tijdens de sloop van de oude gebouwen unieke tijdelijke doorkijkjes ontstaan is daarbij een bonus.
Toch lees ik op veel fora en blogs kritiek op deze ontwikkelingen. “Waarom kunnen ze nou toch niet eens alles bij het oude laten” is daar een veel te lezen zin. Waar komt deze kritiek en zorg vandaan? En waar is men eigenlijk bang voor?
Tegenwoordig vindt sloop van oude panden en nieuwbouw op een andere manier plaats dan in de jaren zestig. Berucht zijn de Amsterdamse plannen van toen om een groot deel van het historische centrum te slopen ten behoeve van nieuwbouw. Gelukkig stellen we nu andere eisen aan nieuwbouw en wordt er een zorgvuldiger afwegingskader gehanteerd. Nieuwbouw past beter in het straatbeeld en er is meer oog voor de historie van de oude panden in de omgeving.
Met het vasthouden aan de oude situatie en nieuwbouw tegen willen houden doe je geen recht aan het idee dat een stad altijd in beweging is en continu aan vernieuwing toe is. Het zijn vaak de iconische gebouwen die de toerist en economische bedrijvigheid naar een stad trekt. Uitbundige stadspaleizen aan de grachten van Amsterdam, de Eiffeltoren, de wolkenkrabbers van New York en van recentere tijd, het MAS in Antwerpen zijn maar enkele voorbeelden van bouwwerken die eerst de wenkbrauwen deden fronsen maar nu in elke stadsgids als niet te missen bezienswaardigheden te boek staan.
Een paar dagen terug was ik op doorreis door Duitsland toen ik in Ulm een tussenstop maakte. Een pittoresk Zuid-Duits stadje aan de Donau, geboorteplaats van Einstein en in bezit van de hoogste kerktoren van de wereld. Hoewel ik er slechts was voor een korte stop om iets te eten wilde ik natuurlijk wel de highlights van de stad zien. Tussen de oude huizen stonden daar absolute moderne pareltjes. Een bibliotheek in de vorm van een glazen piramide, grootse theaters en een strak stadhuis bijna tegen de eeuwenoude kerk aan. Een schitterend contrast van oud en nieuw liet mij weer eens zien dat een stad zich vormt door de eeuwen heen en bouwstijlen elkaar perfect kunnen complementeren of juist versterken door scherpe contrasten.
Waarom dit verhaal van Ulm in een Haagse setting? Het gemeentehuis van Ulm is ontworpen door Richard Meier, de architect die ook het Haagse stadhuis ontwierp. En dat was heel goed te zien. Alsof op schaal gebouwd staat in Ulm een klein “EisPalast”. Daar naast de enorme Münsterkerk, terwijl in Den Haag het IJspaleis juist de veel kleinere Nieuwe Kerk in de schaduw wordt gezet.
(voor afbeeldingen kijk eens op deze Google afbeeldingen link)
Met Ulm als een spiegelend beeld van Den Haag in gedachten ben ik nog meer overtuigd van de meerwaarde die nieuwe aparte gebouwen voor de stad kunnen hebben. Met de bouw van het Spuiforum komt daar wat mij betreft dus een nieuwe parel voor de stad bij.