De kunstsector staat in deze tijden zwaar onder druk. In theaters, filmhuizen en podia mogen maximaal 30 man binnen en dat is verre van winstgevend voor de instellingen, organisaties en kunstenaars.
In deze periode worden ook de vierjaarlijkse kunstensubsidies bekend gemaakt. Elke keer weer een proces dat begint met het vaststellen van een beleidskader waarop iedere culture instelling zijn plan moet schrijven, het vaststellen van hoe er beoordeeld gaat worden, hiervoor is een externe commissie aangesteld en hoeveel er verdeeld kan worden.
Het kader vroeg de commissie scherpe keuzes te maken om ervoor te zorgen dat instellingen die gehonoreerd worden ook echt voldoende krijgen om vier jaar hun mooie producties te maken. Dat betekent aan de andere kant ook dat, binnen de beperkingen van het totale beschikbare bedrag, er instellingen niet worden gehonoreerd.
Ja. Een hoger kunstbedrag zou Den Haag echt goed kunnen gebruiken. Meer geld om onze topinstellingen te laten floreren, meer geld om onze wijktheaters nog meer hun maatschappelijke rol te laten vervullen, meer geld om groeiende instellingen een volgende stap te laten maken en meer geld om bekende namen te steunen in een nieuwe koers. Absoluut een opdracht voor het volgende college. Bij de onderhandelingen in 2018 hebben we er in ieder geval voor gezorgd dat er voor deze periode 1 miljoen per jaar voor het meerjarenplan en 1 miljoen per jaar voor andere culture subsidies beschikbaar is.
Ik ging met het NRC in gesprek over deze lastige keuzes. Voor abonnees lees hier: https://www.nrc.nl/nieuws/2020/10/11/gezonde-kunstsector-eist-scherp-kiezen-a4015550
