Waarom ik naar de Tweede Kamer wil?
Omdat ik weet hoe je lokaal het verschil maakt en dat landelijk beleid vaak te ver van de praktijk staat. Als wethouder en oud-raadslid in Den Haag heb ik gezien wat er nodig is om huizen te bouwen, goed, betrouwbaar en beschikbaar OV te realiseren, bibliotheken te openen en het vertrouwen van inwoners te verdienen. In de Kamer wil ik me inzetten voor beleid dat werkt én landt. Geen Haagse plannen die stranden bij de uitvoering, maar wetten en regels die gemeenten en mensen echt verder helpen.
Hieronder vind je 17 korte vragen van jullie op Instagram en mijn antwoorden die een goed beeld geven van wie ik ben, waar ik voor sta, wat ik belangrijk vind en hoe ik werk. Van woningbouw en water tot fietspaden en softijs met discodip — dit ben ik.
1. Waarin onderscheid jij je van de andere kandidaten?
Ik combineer Haagse praktijkervaring met een scherpe blik op landelijke wetgeving. Ik weet wat gemeenten nodig hebben, en hoe Den Haag (de stad) en Den Haag (de politiek) elkaar kunnen versterken. Daar zit mijn meerwaarde.
Neem woningbouw. In Den Haag zie ik dagelijks hoe belangrijk een integrale aanpak is: woningen bouwen is geen losstaand vraagstuk, maar raakt ook aan mobiliteit, groen, voorzieningen en klimaatadaptatie. In de Binckhorst bouwen we duizenden nieuwe woningen, terwijl we daar tegelijkertijd investeren in ov, fietsroutes en wateropvang.
Die integraliteit is lokaal al hard werken maar het lukt nu juist omdat we als gemeente het overzicht en de verbinding maken. Maar landelijk beleid is daar vaak te versnipperd voor. Als Kamerlid wil ik zorgen dat woningbouwbeleid geen papieren stapel blijft, maar aansluit bij wat er op straat écht nodig is.
2. Je schreef ook iets over water. Wat moet ik me daarbij voorstellen?
Water is geen vanzelfsprekendheid meer: droogte, hoosbuien en verzilting bedreigen onze leefomgeving. We moeten nu investeren in waterveiligheid, klimaatadaptatie én schoon drinkwater — voor nu en voor toekomstige generaties.
In Den Haag zie je die aanpak terug in het Cromvlietpark, waar de urban waterbuffer regenwater opvangt, zuivert en ondergronds opslaat. Dat water wordt later gebruikt om het park groen en koel te houden in droge periodes. Zo koppelen we klimaatadaptatie aan leefkwaliteit, ook in versteende wijken.
Als lid van het Europees Comité van de Regio’s en (schaduw)rapporteur voor water en klimaat, breng ik dit soort lokale kennis en voorbeelden in bij Europese adviezen. Wat in Brussel wordt besloten, moet immers lokaal uitvoerbaar zijn en daar maak ik me hard voor.
In de Tweede Kamer wil ik me inzetten voor schoon drinkwater zonder PFAS, voor slimmere en zuinigere omgang met ons zoetwater, en voor het tijdig reserveren van ruimte voor nieuwe drinkwaterinnamepunten. Want zonder gezonde en toegankelijke watervoorziening staat alles stil; van volksgezondheid tot woningbouw.
3. Wat neem je mee vanuit Den Haag naar ‘het andere Den Haag’?
Jarenlange ervaring met het maken én uitvoeren van beleid. Als raadslid en wethouder heb ik gewerkt aan de grote vraagstukken van deze tijd: woningbouw, mobiliteit, leefbaarheid. Ik weet hoe belangrijk het is dat landelijke plannen aansluiten op de praktijk van alledag.
Ik weet ook wat er nodig is vanuit de landelijke overheid om lokaal de hijskranen aan te jagen en de tramrails aan te leggen. Snellere procedures, heldere regels, financiële zekerheid en ruimte voor maatwerk — dáármee krijgen we woningen gebouwd en duurzame mobiliteit op gang. Geen papieren plannen, maar uitvoerbare oplossingen.Die praktijkervaring neem ik mee naar de Tweede Kamer. Want beleid werkt pas echt als het ook uitvoerbaar is op straat, in de wijk en in de regio.
4. Waarom noemen ze jou de fietspaus?
Tja, als je de fiets al zeven jaar de motor van de mobiliteitstransitie noemt, hem het beste vervoermiddel in de stad vindt én er zelf overal op naartoe fietst dan roep je natuurlijk iets op. Als wethouder heb ik keer op keer gekozen voor betere fietspaden, gratis stallingen, fietslessen voor jong en oud en meer ruimte voor de fiets in de stad.De bijnaam ‘Fietspaus’ kreeg ik dan ook niet van een fanclub, maar van een auto-minded lokale partij. En eerlijk? Ik heb die geuzennaam met trots omarmd. Want als paus van het pedalenrijk weet ik: elke meter nieuw fietspad is winst voor gezondheid, klimaat én de leefbaarheid van onze stad.
5. Je bent de fietswethouder, dan fiets je zeker elektrisch?
Nee hoor, ik trap gewoon zelf — wind tegen, regenjas aan en gáán. Niet omdat ik iets tegen elektrische fietsen heb, integendeel: die maken de fiets juist toegankelijker voor meer mensen.
Wat ik belangrijk vind, is dat we zorgen voor veilige, comfortabele fietsroutes voor álle soorten fietsen: van stadsfiets tot e-bike en bakfiets. En dat we blijven investeren in goede stallingen, verkeersveiligheid en fietseducatie. Want de fiets is niet alleen een vervoermiddel, het is een sleutel tot een gezonde, bereikbare en duurzame samenleving.
6. Je bent eigenlijk ook wel een ‘biebpaus’. Waarom vind je de bibliotheek zo belangrijk?
Omdat een bibliotheek veel meer is dan een plek met boeken. Het is het kloppend hart van de wijk — een veilige, laagdrempelige plek waar je kunt leren, ontmoeten, groeien en gewoon even tot rust kunt komen.
Daarom heb ik me als wethouder sterk gemaakt voor de uitbreiding van het Haagse bibliotheeknetwerk. We hebben nieuwe bibliotheken geopend in Bouwlust, Moerwijk en Benoordenhout, en binnenkort volgen er nog twee: in Mariahoeve en in de Binckhorst.
Elke wijk verdient zo’n plek. Noem me dus gerust ook de biebpaus — want toegang tot kennis en ontmoeting is een basisvoorziening die we moeten koesteren.
7. Heb je huisdieren?
Vroeger hadden we thuis nooit huisdieren, dus ik ben er niet mee opgegroeid. Maar eerlijk gezegd: we zouden heel graag een zwarte of chocoladebruine labrador willen. Gewoon zo’n vrolijke hond die met je mee rent in het park en altijd blij is om je te zien.
Alleen… we hebben er nu simpelweg te weinig tijd voor. Een hond verdient aandacht, beweging en aanwezigheid en die kunnen we op dit moment niet genoeg bieden. Dus wie weet, later.
8. Wat maakt jou effectiever dan kandidaten met vergelijkbare werkervaring?
Ervaring is waardevol, maar wat je ermee doet is doorslaggevend. Ik heb als wethouder niet alleen plannen gemaakt, maar ze ook echt uitgevoerd. Van woningbouw tot cultuur, van mobiliteit tot bibliotheken.
Wat mij onderscheidt, is dat ik weet hoe het werkt tussen papier en praktijk. Ik ken de dossiers, maar ook de uitvoeringsrealiteit. Daardoor kan ik snel schakelen, realistische oplossingen aandragen en partijen verbinden.
Tegelijkertijd: ik ben zeker niet de enige wethouder op de lijst met een stevig trackrecord. Ook andere collega-wethouders hebben fantastische dingen voor elkaar gekregen. Ik hoop dan ook vurig dat we met meerdere wethouders de Kamer in gaan want wij weten wat werkt.
9. Met je ervaring als wethouder ‘bouwen’, wat is het eerste dat je wil doen in de TK?
Woningbouw versnellen door regels te vereenvoudigen én betaalbaarheid centraal te stellen. Iedereen moet een huis kunnen vinden; jong, oud, starter of gezin.
10. Kan je niet gewoon nog een paar jaar wethouder blijven?
Zeker! Ik zit absoluut niet op een schopstoel. Ik heb een prachtige job als wethouder in de derde stad van het land, en het werk is nog lang niet af.
Maar juist omdat ik weet waar het lokaal knelt én waar het kan vliegen, wil ik die ervaring nu inzetten in de Tweede Kamer. Zodat we ook in Den Haag door kunnen bouwen aan een betere stad.
11. Wat wil jij veranderen als je in de Tweede Kamer zit? En waarom?
Ik wil een eerlijkere verdeling van kansen. Of je opgroeit in een villawijk of een volksbuurt mag niet je toekomst bepalen. Onderwijs, wonen, mobiliteit en veiligheid moeten voor iedereen werken.
12. Werk je liever samen met linkse of rechtse partijen? Hoe kijk jij daartegenaan?
Ik kijk liever naar de oplossing dan naar het kamp. Als het voorstel goed is voor mensen, klimaat en rechtvaardigheid, dan werk ik samen. Zo hoort politiek te zijn.
13. Hoe progressief ben je?
Vrij progressief, met beide benen op de grond. Ik geloof in vooruitgang op klimaat, gelijke rechten, onderwijs. Maar ik wil beleid dat werkt, niet alleen mooi klinkt.
14. Wat zou je graag willen bereiken in de TK, waar gemeenten iets aan hebben?
Meer vertrouwen in gemeenten. Geef ze de ruimte en middelen om lokaal het verschil te maken. Minder micromanagement, meer partnerschap.
15. Discodip op je ijs?
Altijd. Discoding is de sprankel op het leven – ook in de politiek. Maar wél alleen op softijs natuurlijk. Je moet ergens principieel in zijn.
16. Hoe wil je je resultaten gaan bereiken, ofwel: wat is jouw stijl van politiek voeren?
Ik geloof in inhoud eerst, resultaat voorop. Mijn stijl is pragmatisch en samenwerkend: ik zoek liever de overeenkomsten dan de verschillen.
Als wethouder heb ik geleerd dat je met luisteren, uitleggen en dóórpakken het meeste bereikt. Voorstellen kunnen echt beter worden door bijsturing vanuit de gemeenteraad maar ik bewaak altijd de kern van een voorstel; daar doe ik geen concessies aan. Minder theater, meer oplossingen. Niet harder roepen, maar slimmer sturen. En altijd met oog voor de uitvoering.
17. Wat is je favoriete plant?
De druif. Het is een plant die geduld vraagt, goed geworteld moet zijn en pas echt tot bloei komt met de juiste verzorging en timing. Precies zoals het in de politiek werkt: geen haastwerk, maar investeren, koesteren en op het juiste moment oogsten.
En eerlijk is eerlijk, het eindresultaat mag er ook zijn: een glas wijn op z’n tijd, liefst in goed gezelschap, houdt het leven in balans.
18. Hoe neem je ons straks mee in wat je doet in en buiten de Kamer?
Transparantie is voor mij geen loze kreet. Ik wil mensen juist meenemen in hoe besluiten tot stand komen, wat er achter de schermen speelt, en waar ik mij hard voor maak. Dat doe ik via social media, werkbezoeken en als het even kan: gewoon in gesprek op straat of op de fiets. Of je nu in Kijkduin woont of in het landelijk gebied – je mag weten wat je vertegenwoordiger doet.
19. Heb je dé oplossing voor het bouwen van woningen tegelijk met de nodige voorzieningen?
Was het maar zo simpel. Maar wat ik wél heb, is ervaring met wat werkt: integraal ontwikkelen. Dus niet eerst alleen woningen bouwen en dan pas nadenken over scholen, ov, groen en zorg. In Den Haag maken we daar steeds vaker afspraken over in gebiedsontwikkelingen, zoals in de Binckhorst. Als je vroeg in het proces samenwerkt met onderwijs, zorg en vervoer, voorkom je achterstanden later.
Wat daarbij óók helpt: betere coördinatie vanuit het Rijk. Nu werken ministeries soms langs elkaar heen, terwijl hun inzet juist afgestemd moet zijn. Zorg dat het beschikbare geld tijdig komt en op de goede plek landt — dan kunnen we als gemeente sneller schakelen en écht bouwen aan complete wijken. Geen toverformule, maar wel gezond verstand.
20. Wat is je favoriete dier?
De otter. Echt. Dat beest is slim, nieuwsgierig, speels én keihard aan het werk zonder dat het zo voelt. Precies het soort balans waar ik ook naar streef in mijn werk en leven.
En wist je dat de otter jarenlang uit Nederland verdwenen was, maar dankzij slimme natuurmaatregelen én doorzettingsvermogen weer terug is? Dat verhaal geeft hoop: als we de juiste keuzes maken, komt herstel echt binnen bereik.
Bovendien: ze zwemmen soepel, bouwen strategisch en leven het liefst in een omgeving die schoon, groen en verbonden is. Klinkt als een goede coalitiepartner, toch? En van welk dier zijn er schattigere insta filmpjes te vinden?
21. Welke beleidsregel heb je als wethouder ervaren als overbodig of betutteling uit “DH” en mag van jou weg?
De huidige MIRT-regel dat een mobiliteitsproject pas echt van start mag gaan als er zicht is op volledige financiering. In theorie logisch, in de praktijk verlammend.
Grote projecten zoals nieuwe tramlijnen of ov-knooppunten kennen jarenlange voorbereidingstrajecten. Ruimtelijke plannen, participatie, tracéstudies: dat kost sowieso tijd. Waarom zouden we die tijd niet benutten om ondertussen de financiering rond te krijgen?
Door alles op pauze te zetten tot het geld er is, verlies je kostbare tijd en momentum. Mijn pleidooi: durf eerder te starten met de uitwerking, mét heldere spelregels. Zo kunnen we versnellen zonder te versloffen.
22. Neem ons naast het ‘waarom’ ook mee in het ‘hoe’! Op welke manier bedrijf jij politiek?
Ik geloof in luisteren, verbinden en doen. Niet schreeuwen vanaf de zijlijn, maar doorvragen en doorpakken. In de raad én in het college werkte ik zo: stevig op de inhoud, respectvol in het debat, en altijd met oog voor uitvoering. Geen praatjes voor de bühne, maar beleid dat werkt. En daar hoort ook bij dat je fouten durft toe te geven en leert van wat niet goed ging.
23. Als je één ding in het volgende coalitieakkoord mocht opschrijven?
“Geef gemeenten het vertrouwen en de middelen om te doen wat nodig is.”
Serieus. Zóveel knelpunten in wonen, jeugdzorg, klimaat en veiligheid kunnen lokaal worden opgelost — als we maar de ruimte krijgen. Ik heb als wethouder te vaak gezien hoe Den Haag (de politiek) Den Haag (de stad) in de weg zit.
24. Mijn 13-jarige zoon vraagt of je huisdieren hebt?
Wat een goede vraag! Nee, ik heb nu geen huisdieren. Maar mijn man en ik zouden dolgraag een zwarte of chocoladebruine labrador willen. Alleen: een hond verdient aandacht, tijd en lange wandelingen — en die hebben we nu niet genoeg. Dus misschien later, als er meer rust is. En ja: ik beloof dan foto’s te posten. En komt hij dan af en toe eens oppassen?
25. Hoe gaan we meer woningen erbij krijgen in Nederland?
Door minder te praten over regels, en meer te doen aan samenwerking. Bouwers, gemeenten, het Rijk – we moeten elkaar vertrouwen, afspraken durven maken en risico’s samen dragen. Ik zie elke dag hoeveel energie er lokaal is om te bouwen. Geef gemeenten ruimte, versnel procedures, investeer in ov en voorzieningen, en help starters en middeninkomens écht vooruit. Dan kunnen we vaart maken.
Wil je meer weten, stel dan gerust je vraag hier of laat iets van je horen op mijn socials. Ik ga graag het gesprek aan.