Van woensdagavond tot en met vrijdag was ik namens Den Haag aanwezig op de World Cities Summit in Wenen, een internationale conferentie waar steden wereldwijd samenkomen om te werken aan oplossingen voor urgente stedelijke uitdagingen. De rode draad dit jaar: hoe maken we onze steden toekomstbestendig zowel als samenleving als in het licht van klimaatverandering?






Samen met (loco) burgemeesters uit o.a. Ankara, Brisbane, Singapore, Windhoek, Boulder, Antwerpen en Kuala Lumpur spraken we deze dagen in het indrukwekkende stadhuis van Wenen over:
1a. Delivering Affordable Housing
1b. Providing Reliable and Efficient Municipal Services
2a. Re-thinking Urban Energy Transition
2b. Managing Urban Water for Resilience
In de donderdagochtend zitting van het Mayors Forum mocht ik namens Den Haag spreken over een thema dat voor onze stad steeds urgenter wordt: goed waterbeheer. Door klimaatverandering krijgen we te maken met een stijgende zeespiegel, langere periodes van droogte en tegelijkertijd een groeiende behoefte aan schoon drinkwater. Dat laatste is een stille maar reële dreiging: onze watervoorziening is afhankelijk van de aanvoer via de Maas, die onder druk staat door vervuiling en sterk wisselende waterstanden. Als kuststad zijn we dus kwetsbaar aan twee kanten: het water dat komt, en het water dat uitblijft. De bijdrages van de burgemeester van Windhoek in Namibië maakte grote indruk; in een steeds droger wordend land met een sterk groeiende bevolking kunnen zij geen druppel water verloren laten gaan en zijn ze al 60 jaar op innovatieve wijze aan de slag om water her te gebruiken. De manier waarop Boedapest zich als “sponsstad” ontwikkeld geeft ook veel directe inspiratie om in Den Haag mee aan de slag te gaan.




Tijdens de sessie heb ik gepleit voor een internationale samenwerking op het gebied van klimaatadaptatie en waterbeheer. Want deze problemen houden zich niet aan grenzen. Samen met andere steden van Windhoek tot Singapore, moeten we werken aan slimme oplossingen: van waterbergende openbare ruimte tot innovatief hergebruik van “grijs” water.
De bezoeken aan Seestadt Aspern en Nordbahnhof lieten zien hoe Wenen inzet op duurzame gebiedsontwikkeling. Wat mij raakte was hoe integraal er wordt gedacht: mobiliteit, wonen, natuur en klimaatadaptatie zijn niet losse onderdelen, maar één geheel. Voor Den Haag waar we in het Central Innovation District (CID) en de Binckhorst grote transformaties voorbereiden, biedt dat waardevolle inspiratie. Denk aan de combinatie van hoogstedelijk bouwen met groenstructuren, waterberging en duurzame energieopwekking. Door praktisch volledig eigendom van de grond in de stad door publieke partijen kan Wenen heel effectief sturen op de inrichting van een nieuwe wijk. Veel groen en veel sociale woningbouw. Over dit laatste onderwerp is ook een zeer interessant boek geschreven: https://knowledgehub.clc.gov.sg/publications-library/providing-homes-for-all-insights-from-singapore-vienna















De World Cities Summit liet opnieuw zien hoe waardevol het is om over landsgrenzen heen te kijken. In de wereld van stedelijke ontwikkeling bestaat geen concurrentie, alleen gedeelde verantwoordelijkheid. Als steden delen we dezelfde vragen en dus ook dezelfde antwoorden. Dat maakt samenwerking geen luxe, maar noodzaak.




